Gezien sommige reacties in de diverse kabel internet gerelateerde topics is niet altijd duidelijk wat nu eigenlijk wordt bedoeld met de capaciteit van de kabel internet infrastructuur. Daarom via dit topic wat nadere technische uitleg.
Coaxsegment
De volledige infrastructuur tussen modem en de CMTS (Cable Modem Termination System) wordt een coaxsegment genoemd. Van orgine bestond het coaxsegment volledig uit coax componenten zoals kabels, splitters, multitaps, versterkers, modulatoren, etc. Later is een deel van de coax bekabeling vervangen door glasvezel bekabeling en bijbehorende componenten zoals optical nodes. Dat wordt ook wel aangeduid als een Hybrid Fiber Coaxial (HFC) infrastructuur. Voor de werking en de capaciteit van coaxsegmenten maakt het gebruik van glasvezel bekabeling voor het transport van het signaal echter geen verschil. Kenmerk van een coaxsegment is dat het een gedeelde infrastructuur is waarbinnen het signaal niet gerouteerd kan worden. Iedere aansluiting op een bepaald coaxsegment ontvangt exact hetzelfde signaal via het Abonnee Overname Punt (AOP).
Frequentieband
De signalen van de diverse diensten (services) die worden verzonden via het coaxsegment zijn ingedeeld in kanalen op de volledige frequentieband van de coax bekabeling. Deze frequentieband loopt van in de huidige HFC infrastructuur van 5 MHz tot 862 MHz. In feite is de volledig frequentie opgedeeld in drie frequentiegebieden, namelijk:
- 5 tot 65 MHz: Gereserveerd voor de doorgifte van kabel internet retour kanalen. Ook wel upstream kanalen genoemd (of upstreams). Vanwege toenemende ruis in het lagere deel van de frequentieband wordt in de praktijk het frequentiegebied van 5 tot 20 MHz niet gebruikt door de Nederlandse kabelbedrijven;
- 87.5 tot 108 MHz: Gereserveerd voor de doorgifte van analoge radio kanalen;
- 120 tot 862 MHz: Gereserveerd voor de doorgifte van analoge TV kanalen, digitale Radio en TV (RTV) kanalen, Video OnDemand (VOD) kanalen en kabel internet downstream kanalen (of downstreams).
Alle gebruikte HFC infrastructuur componenten moeten ook ontworpen zijn voor de doorgifte van deze frequentiegebieden met bijbehorende diensten indeling. Een Radio uitgang op een AOP of splitter moet daarom bijvoorbeeld het signaal van het frequentiegebied van 87.5 tot 108 MHz kunnen doorgeven terwijl de TV uitgang het frequentiegebied van 120 tot 862 MHz ongehinderd moet doorgegeven. Elk deel van de frequentieband kan maar door één dienst gebruikt worden.
Ook alle apparatuur die we aansluiten op de coax infrastructuur houdt rekening met deze gestandaardiseerde indeling van de frequentieband. De tuner in een TV zal alleen werken met TV kanalen in het frequentiegebied van 120 tot 862 MHz en de kabel internet modems kunnen alleen upstream en downstream kanalen koppelen die in de genoemde frequentiegebieden liggen.
Bandbreedte
De kanalen van de eerder genoemde diensten nemen een bepaalde bandbreedte in beslag van de volledige frequentieband. Een digitale DVB-C RTV transport stream kanaal heeft bijvoorbeeld een bandbreedte van 8 MHz en dat is niet toevalligerwijs ook de bandbreedte van een kabel internet downstream kanaal bij de Nederlandse kabelproviders. Analoge TV kanalen hebben een bandbreedte van 7 MHz, maar worden meestal doorgegeven op een raster van 8 MHz. De kabel internet upstream kanalen hebben een bandbreedte van 3.2 MHz of 6.4 MHz wat afhankelijk is van de configuratie van deze retour kanalen.
De bandbreedte is mede bepalend voor de capaciteit van een kanaal, maar wordt helaas ook nog wel eens gebruikt als synoniem voor de capaciteit wat verwarrend kan werken.
(Euro)DOCSIS
De Nederlandse kabelbedrijven hebben gekozen voor de DOCSIS (Data Over Cable Service Interface Specification) standaard voor hun kabel internet dienst en omdat er in Nederland rekening gehouden moet worden met de Europese indeling van de coax frequentieband is de aanvullende EuroDOCSIS specificatie van toepassing. Daarin staat o.a. dat de kabel internet downstream kanalen een bandbreedte hebben van 8 MHz en met dezelfde techniek DVB-C transport stream kanalen worden gemoduleerd. Ook wordt rekening gehouden met de genoemde hoofdindeling van frequentiegebieden voor de doorgifte van diensten. Dat houdt dus in dat de EuroDOCSIS upstream kanalen in frequentiegebied van 5 tot 65 MHz moeten liggen en de downstream kanalen in het frequentiegebied van 120 tot 862 MHz. EuroDOCSIS modems kunnen dus geen gebruik maken van de overige frequentiegebieden op de coax infrastructuur en ook de CMTS zal geschikt moeten zijn voor de aanvullende EuroDOCSIS specificatie willen deze twee componenten met elkaar kunnen communiceren. Voor die communicatie wordt wel gewoon van hetzelfde DOCSIS protocol gebruik gemaakt als ook in de Verenigde Staten wordt toegepast. De (Euro)DOCSIS specificaties zijn openbaar en te downloaden via
CableLabs.Kabel internet capaciteit
Zoals eerder aangegeven hangt de capaciteit van kabel internet in een coaxsegment af van de bandbreedte van een kanaal en de overige modulatie instellingen. Uiteraard telt ook het aantal upstream en downstream kanalen mee voor de bepaling van de totale kabel internet capaciteit in een coaxsegment.
Totale capaciteit downstream kanalen in coaxsegment
Downstream kanalen worden gebruikt om DOCSIS data packets van de CMTS naar de modems te verzenden. Modulatie van die downstream kanalen vindt plaats aan de CMTS kant van de HFC infrastructuur. De CMTS is de enige zender en alle aangesloten modems op het coaxsegment zijn de ontvangers. De techniek die wordt toegepast voor het verzenden van de data packets via een downstream kanaal met een zorgt voor een constante data bitrate van iets meer dan 51 Mbps. Ziggo werkt momenteel toe naar 24 downstream kanalen per coaxsegment waardoor de totale capaciteit van alle downstream kanalen gelijk is aan 24 * 51 = 1224 Mbps (ongeveer 1.2 Gbps). Voor coaxsegmenten waar die 24 downstream kanalen nog niet mogelijk zijn is sprake van 20 downstream kanalen met een totale capaciteit van 1020 Mbps (ongeveer 1 Gbps).
Totale capaciteit upstream kanalen in coaxsegment
Upstream kanalen worden gebruikt om DOCSIS data packets van de modems naar de CMTS te verzenden. Modulatie van die upstream kanalen vindt plaats aan de modem kant van de HFC infrastructuur. Er zijn daarom meerdere zenders en de CMTS is de enige ontvanger. Omdat het niet erg zinvol is om alle modems tegelijk te laten zenden via de beperkte set upstream kanalen heeft een groot deel van de DOCSIS specificatie betrekking op de benodigde mechanismes om modems om de beurt te laten zenden waarbij de CMTS bepaalt wie er mag zenden en voor welk doel er gezonden mag worden. Op hoofdlijnen vallen die doelen uiteen in DOCSIS management verkeer en data verkeer van de kabel internet gebruiker.
Dit maakt het bepalen van de capaciteit van een upstream en daarmee de totale upstream capaciteit van een coaxsegment nogal lastig. Ook werken de diverse modulatie technieken en verschillende bandbreedtes niet mee. Een upstream kanaal met de maximale bandbreedte van 6.4 MHz en 64-QAM modulatie heeft in theorie een capaciteit van maximaal 28 Mbps, maar is dus niet continu in gebruik met deze instellingen. Wanneer hetzelfde upstream kanaal tijdelijk met QPSK modulatie gebruikt wordt voor DOCSIS management verkeer dan valt de capaciteit terug naar maximaal 9 Mbps. Kanalen met 3.2 MHz bandbreedte hebben de helft van de capaciteit van een kanaal met 6.4 MHz bandbreedte met dezelfde modulatie instellingen. De bandbreedte van een upstream kanaal kan via de modem upstream status pagina afgeleid worden aan de hand van de symboolsnelheid. Een symboolsnelheid van 5210 ksps komt overeen met een bandbreedte van 6.4 MHz en een symboolsnelheid van 2560 ksps met 3.2 MHz.
Ziggo heeft de configuratie van upstream kanalen in coaxsegment nog niet gelijk getrokken in het volledige kabelgebied. In voormalig UPC gebieden wordt daarom gewerkt met configuraties met 6 upstream kanalen. Hoe die upstream kanalen geconfigureerd zijn hangt af van de plaatselijke ruis waarden van het coaxsegment. Er worden upstream kanalen met 6.4 en 3.2 MHz bandbreedte toegepast en diverse modulatie soorten. In voormalig Ziggo gebieden wordt gewerkt met een configuratie van 4 upstream kanalen met elk 8 MHz bandbreedte en 64-QAM modulatie. Kortstondig is dan een maximale capaciteit van iets meer dan 100 Mbps haalbaar, maar zal de gemiddelde haalbare capaciteit lager zijn. De capaciteit van upstream kanalen heeft in ieder geval geen constante bitrate zoals bij de downstream kanalen.
Capaciteit modems
Dat er in het coaxsegment een bepaalde hoeveelheid upstream en downstream kanalen zijn geconfigureerd wil niet zeggen dat een modem ook van alle kanalen gebruik kan maken. De capaciteit van een modem is daarom afhankelijk van het aantal kanalen dat aan het modem gekoppeld kan worden wat mede afhankelijk is van de DOCSIS specificatie versie.
EuroDOCSIS 2.0 modems kunnen maar één upstream kanaal en één downstream kanaal koppelen. De constante (en maximale) downstream capaciteit is daarmee gelijk aan ongeveer 50 Mbps en de maximale upstream capaciteit is afhankelijk van het gebruik en de configuratie van het upstream kanaal kortstondig maximaal 28 Mbps. In de praktijk zal een kabelprovider er echter altijd voor kiezen om de maximale abonnementssnelheden voor dergelijke EuroDOCSIS modems altijd lager te houden dan de capaciteit van een kanaal vanwege het gedeelde karakter van de kanalen in een coaxsegment. De CMTS bepaalt welk upstream en downstream kanaal een EuroDOCSIS 2.0 modem mag configureren waarbij rekening gehouden wordt met een gelijkmatige verdeling van de modems over de beschikbare capaciteit in het coaxsegment. Als naar verloop van tijd blijkt dat bepaalde EuroDOCSIS modems veel gebruik maken van de capaciteit dan zal de CMTS die modems proberen te verplaatsen naar kanalen die rustiger zijn qua gebruik. Er zijn bij Ziggo nog diverse EuroDOCSIS 2.0 modems in gebruik. Sommige digitale RTV ontvangers bevatten bijvoorbeeld een geïntegreerd EuroDOCSIS 2.0 modem dat gebruikt wordt voor communicatie met VOD servers en andere aanvullende diensten.
EuroDOCSIS 3.0 modems hebben de mogelijkheid om meerdere upstream kanalen en downstream kanalen te koppelen en te gebruiken als upstream kanaal en downstream kanaal met meer capaciteit. Dit heeft ervoor gezorgd dat kabel providers hogere abonnementssnelheden kunnen aanbieden dan ongeveer 25 Mbps wat mogelijk was met EuroDOCSIS 2.0 modems. Initieel werden er EuroDOCSIS 3.0 modems uitgebracht die 4 upstream kanalen en 4 downstream kanalen (4x4) konden combineren. Qua downstream capaciteit dus maximaal ongeveer 200 Mbps en in de praktijk ingezet voor abonnementssnelheden tot 100 Mbps om ervoor te zorgen dat één klant niet in één keer de gezamenlijke capaciteit van alle 4 de downstream kanalen kon aanwenden. Ook hier geldt weer dat de CMTS bepaalt welke subset van upstream en downstream kanalen een EuroDOCSIS 3.0 modem mag configureren uit de totale set van kanalen waarbij getracht wordt om de totaal beschikbare capaciteit zo gelijkmatig mogelijk over de modems te verdelen.
De Connectboxen die Ziggo bij voorkeur uitgeeft hebben de mogelijkheid om maximaal 8 upstream kanalen en 24 downstream kanalen (8x24) te koppelen. In feit kan Ziggo met die modems de volledige huidige beschikbare capaciteit van een coaxsegment toewijzen aan ieder modem wat het verdelen van modems over de beschikbare capaciteit eenvoudiger maakt. In de loop der tijd heeft Ziggo EuroDOCSIS 3.0 modems in gebruik genomen met diverse aantallen upstream en downstream kanalen koppelingsmogelijkheden die nog allemaal in gebruik zijn. De abonnementssnelheid zal mede bepalend zijn of een wat ouder type EuroDOCSIS 3.0 modem moet worden vervangen door een EuroDOCSIS 3.0 modem dan meer upstream en downstream kanalen kan koppelen.
Aantal modems per coaxsegment
Vanwege het delen van de capaciteit binnen het coaxsegment wordt de kabel internet gebruikerservaring mede bepaalt door het aantal modems dat is aangesloten op een coaxsegment, de gezamenlijke maximale abonnementssnelheid van die modems en het internet gedrag van de gebruikers van die modems. Allemaal zaken waar kabelproviders geen informatie over verstrekken. Analyses van het kabel internet signaal uit diverse regio's van het Ziggo netwerk laten zien dat er tussen 400 en 600 modems actief zijn per coaxsegment wat overeenkomt met de verwachtingen op basis van wat spaarzame publicaties van organisaties zoals TNO. Ook op dit forum is in een blog van Ziggo het één en ander terug te vinden over het aantal aansluitingen (homes passed) op het coaxsegment wat deze aantallen modems onderschrijft.
Naar de abonnementssnelheden van al die modems en de daaruit voortvloeiende overboeking van de capaciteit in een coaxsegment kunnen we alleen maar raden. Als we de abonnementssnelheid van het meest gekozen pakket volgens Ziggo als gemiddelde nemen, ofwel 200 Mbps, en uitgaan van 300 modems voor kabel internet, dan zou voor al die modems bij gelijktijdig gebruik van de maximale abonnementssnelheid een capaciteit nodig zijn van 300 * 200 = 60 Gbps. Met een beschikbare constante capaciteit van 1.2 Gbps in een coxsegment komt dat neer op een overboekingsfactor van 50. Gelukkig blijkt in de praktijk het gros van de kabel internet klanten nauwelijks gebruik te maken van hun maximale abonnementssnelheid. Dat komt deels door veranderd internet gebruik. Waar veel klanten vroeger volop bezig waren met het downloaden van allerlei content wordt tegenwoordig veel meer gebruik gemaakt van streaming diensten dat zorgt voor een veel lagere belasting. Voor het kijken van een Netflix film en gelijktijdig wat internetten zijn echt geen abonnementssnelheden van meer dan 50 Mbps nodig in een gemiddeld huishouden. Als dat wel het geval zou zijn, dan had Ziggo een behoorlijk probleem met het waarmaken van de abonnementssnelheden.
Capaciteitsproblemen
Capaciteitsproblemen ontstaan wanneer de gelijktijdig gevraag de capaciteit van kabel internet klanten de beschikbare capaciteit overstijgt. De kabel internet klanten merken dit wanneer ze hun abonnementssnelheid niet kunnen halen terwijl er niets mis is met het signaal. Het is vrij eenvoudig uit te rekenen dat er met een capaciteit van 1.2 Gbps in het coaxsegment maximaal 3 klanten met een 400 Mbps abonnementssnelheid gelijktijdig voluit kunnen downloaden. Ook dat is overigens niet helemaal waar, want de CMTS heeft ook ruimte nodig voor het DOCSIS management verkeer en zal ook wat ruimte reserveren telefonie diensten. Verder is er natuurlijk ook de nodige overhead voor de DOCSIS packages waarmee alle (IP) data voor de klanten worden verzonden.
Toekomst
Ondertussen is de DOCSIS 3.1 standaard uitgebracht en zijn de eerste kabelproviders begonnen met de implementatie van DOCSIS 3.1. In tegenstelling tot hetgeen sommigen misschien denken verandert DOCSIS 3.1 niets aan bovenstaande uitgangspunten voor internet via de kabel. Er is dus nog steeds sprake van coaxsegmenten waarop meerdere modems zijn aangesloten die de totale beschikbare capaciteit met elkaar moeten delen. DOCSIS 3.1 brengt nieuwe modulatie technieken die efficiënter omgaan met de frequentieband en daardoor zorgen voor meer capaciteit. Ook worden frequentiegebieden anders ingedeeld waardoor er een groter deel van de frequentieband ingezet kan worden voor upstream kanalen (5 tot 204 MHz) en door het verplaatsen van de frequentieband bovengrens ook een groter deel van de frequentieband ingezet kan worden voor downstream kanalen (258 tot 1218 MHz).
Al dit soort aanpassingen zorgen voor meer capaciteit, maar ook voor grote investeringen bij de kabelproviders. In tegenstelling tot de upgrade van (Euro)DOCSIS 2.0 naar 3.0 moet nu namelijk ook de HFC infrastructuur aangepast worden om die nieuwe frequentiegebied indelingen te kunnen ondersteunen. En natuurlijk moeten ook de EuroDOCSIS 3.0 (en 2.0) modems en EuroDOCSIS 3.0 CMTS vervangen worden door uitvoeringen die DOCSIS 3.1 geschikt zijn. Dat kan niet via een firmware update. Ook zullen de kabelproviders moeten nadenken over de huidige diensten zoals analoge Radio en TV, digitale Radio en TV, ondersteuning oudere versies van EuroDOCSIS, etc. En om het allemaal nog wat complexer te maken moeten die kabelproviders zich ook afvragen of ze rekening moeten houden met eventuele hardware infrastructuur aanpassingen die nodig zijn voor Full Duplex DOCSIS 3.1. Ofwel: Is het wel verstandig om nu al aan de slag te gaan met DOCSIS 3.1?